“Oké Ariane, je schrijft een heel boek over Socratische gespreksvoering. Ik heb in je vorige nieuwsbrieven al van alles kunnen lezen over hoe blij je er van wordt, wat het jou en je klanten oplevert… Maar wat is dat nou, zo’n gesprek, in 1 zin? Enne… kun je het ook gebruiken bij het heropvoeden van racistische collega’s?”
In ongeveer deze woorden werd ik afgelopen week ongeduldig toegesproken door een ambitieuze kennis van me, die het Socratisch werk wel lekker vindt klinken, maar toch ook nog de nodige vragen erover heeft. Hoe ziet het er nou concreet uit? Wat maakt het nou zo anders dan andere gesprekken? In deze nieuwsbrief laat ik je zien hoe het ik-maak-het-je-goedbedoeld-moeilijk-en-help-je-helder-denken-gesprek klinkt. Boter bij de vis!
“Het wat voor gesprek?!”, denk je welllicht. Ik leg het uit! Je kunt gesprekken opdelen in twee soorten:
1. Het ik-ga-met-je-mee-in-het-verhaal-en-help-je-aan-een-oplossing-gesprek. (dat gesprek voer ik dus niet! )
2. Het ik-maak-het-je-goedbedoeld-moeilijk-en-help-je-helder-denken-gesprek. (dat gesprek voer ik dus wel! )
Hieronder zie je twee gesprekken, tussen Elmer en Saskia. Elmer vraagt zich af hoe hij zijn teamgenoten duidelijk kan maken dat ze racistisch zijn. Laten we eens zien hoe Saskia daarmee omgaat.
Gespreksvariant 1: Het ik-ga-met-je-mee-in-het-verhaal-en-help-je-aan-een-oplossing-gesprek.
Elmer: Hoe kan ik mijn teamgenoten nu duidelijk maken dat ze racistisch zijn tegen onze nieuwe collega?
Saskia: Vertel me eens wat over je team, hoe ziet dat eruit?
Elmer: Het bestaat uit 8 mensen, waarvan ik de nieuwste ben. Tenminste, op die allernieuwste collega na dan. We doen allemaal hetzelfde werk, maar er zijn wel twee senior beleidsmedewerkers, die doen de wat ingewikkelder opgaven.
Saskia: En die nieuwe collega, is die ook senior?
Elmer: Nee, dat is een gewoon teamlid. Net als ik.
Saskia: En die seniors, heb je hen ook racistisch zien gedragen?
Elmer: Ja, zeker die ene. Daar durft ook nooit iemand wat tegen te zeggen, want die is heel autoritair.
Saskia: Ja, dat kan heel spannend zijn. Wat heb je tot nu toe al gedaan?
Elmer: Niks, ik durf het onderwerp eigenlijk niet aan te kaarten. Ik ben bang dat ze boos op me worden. En ik moet natuurlijk wel met ze samenwerken.
Saskia: Dat snap ik. Je wilt niet buiten de groep vallen.
Elmer: Precies!
Saskia: Zijn er misschien collega’s die je vertrouwt en waarmee je dit kunt bespreken?
Elmer: Misschien met Anna, ik heb met haar wel een goede band.
Saskia: Dat is misschien een eerste goede stap.
Elmer: Dat denk ik ook, ook omdat zij zelf helemaal niet racistisch is. Ze is zelf Turks. Dus ze zal begrijpen waar ik me zorgen om maak.
In bovenstaand gesprek gaat Saskia direct mee met het verhaal van Elmer. Het is blijkbaar waar wat Elmer zegt. Daar twijfelen we niet aan in onze rol als oplossingenbieder. De rol die we maar al te vaak aannemen als coach, leidinggevende of adviseur. Het zou alleen heel fijn zijn als die rottige racistische collega’s zich wat beter zouden gedragen. En daar hebben we wel wat ideeën over, hoe we dat stap voor stap zouden kunnen regelen! Dit is een gesprek waarin het denken van Elmer dus niet bevraagd wordt. Hoe zou het ook anders kunnen? Hoe zou een ik-maak-het-je-goedbedoeld-moeilijk-en-help-je-helder-denken-gesprek eruit kunnen zien?
Gespreksvariant 2: Het ik-maak-het-je-goedbedoeld-moeilijk-en-help-je-helder-denken-gesprek.
Elmer: Hoe kan ik mijn teamgenoten nu duidelijk maken dat ze racistisch zijn tegen onze nieuwe collega.
Saskia: Waaruit blijkt dat je teamgenoten racistisch zijn?
Elmer: Het was tijdens een teamoverleg. Die nieuwe collega is van Marokkaanse afkomst en toen zei iemand: “Ik ken niemand van Marokkaanse afkomst, dus ik vind het superleuk je te ontmoeten!” De rest beaamde dat. Ik denk dan, dat doe je toch niet? Het is 2024!
Saskia: Wat is daar racistisch aan?
Elmer: Snap je dat niet?
Saskia: Het doet er niet toe of ik dat snap of niet, het is jouw onderzoek.
Elmer: Dat zeg je gewoon niet! Het is racistisch om iemand bijzonder te maken, haar te laten voelen alsof ze niet bij de club hoort.
Saskia: Dus de uitspraak “Ik ken niemand van Marokkaanse afkomst, dus ik vind het superleuk je te ontmoeten!” zorgde ervoor dat je nieuwe collega zich niet bij de club voelde horen?
Elmer: Dat weet ik toch niet? Ze lachte vriendelijk terug, maar ja, dat zegt niks.
Saskia: Je gebruikte haar gevoel net wel als argument. Gebruik je wel vaker argumenten waarvan je niet zeker weet of ze kloppen? Of niet?
Elmer: Ik wil gewoon heel zorgvuldig zijn. Niet zoals mijn collega’s, die er onnadenkend wat uitgooien.
Saskia: En mijn vraag was: Gebruik je wel vaker argumenten waarvan je niet zeker weet of ze kloppen? Of niet?
Elmer: Nou, als je het zo duidelijk stelt. Ja.
Saskia: Is het gebruiken van argumenten waarvan je niet zeker weet of ze kloppen iets wat je eerder als zorgvuldig of onzorgvuldig zou beschouwen?
Elmer: Ja, onzorgvuldig natuurlijk!
Saskia: Oké. En je wilt zorgvuldig zijn, zei je eerder. Klopt dat?
Elmer: Ja.
Saskia: Welke onderzoeksvraag komt nu als logisch bovendrijven?
Elmer: Ben ik wel zorgvuldig genoeg geweest in mijn oordeel over de situatie?
In dit gesprek confronteert gaat Saskia niet gelijk mee in het verhaal van Elmer. Ze geeft letterlijk de woorden van Elmer terug en laat Elmer daarmee nadenken over wat hij beweert. Welke aannames heeft hij? Wat bedoelt hij precies met zorgvuldig? Dit gaat helemaal niet meer over het oplossen van de racistische situatie, maar over hoe Elmer tot de conclusie van racisme is gekomen. Een conclusie die Elmer nu niet meer kan beamen, omdat hij inziet onzorgvuldig te zijn geweest in zijn denken. Stel dat Elmer straks Anna tegen het lijf loopt in de kantine, dan zorgt dit besef voor een heel ander gesprek met zijn collega, dan het vorige gesprek.
Het ik-ga-met-je-mee-in-het-verhaal-en-help-je-aan-een-oplossing-gesprek behoort tot het vak van de expert, de vakman.
Als mijn douche weer eens verstopt zit, en er daardoor lekkage ontstaat in mijn woonkamer, wil ik niet dat de loodgieter een gesprek met me begint over de vraag wanneer lekkages bijdragen aan de romantiek van een oud huis. Of dat hij betwijfelt of de druppels die van het plafond naar beneden vallen, überhaupt wel onder de categorie ‘lekkage’ vallen of eerder in de categorie ‘kunst’ thuishoren. Dan wil ik dat hij meegaat in mijn verhaal dat dit ontsnapte water een probleem is. En dat hij me vervolgens uitlegt hoe hij de lekkage gaat verhelpen. Of hij legt het niet uit, ook goed. In ieder geval moet hij de lekkage stoppen. Niets meer, niets minder.
Wij mensen zijn zeer vertrouwd met dit ik-ga-met-je-mee-in-het-verhaal-en-help-je-aan-een-oplossing-gesprek.
Vrienden, collega’s, vakgenoten, ook menig coach en adviseur zetten dit gesprek regelmatig in. Het is een gesprek dat een duidelijke functie heeft op een duidelijk moment. Namelijk, het moment waarop we heel helder het probleem in kaart hebben dat we concreet moeten oplossen. Bijzonder geschikt voor het verhelpen van lekkages.
Het ik-ga-met-je-mee-in-het-verhaal-en-help-je-aan-een-oplossing-gesprek is minder geschikt voor het laten nadenken van je gesprekspartner over wat hij zojuist gezegd heeft. Minder geschikt voor het bevorderen van zelfkennis. Minder geschikt voor het leren reflecteren en verantwoordelijkheid nemen over je eigen leven. Dan is het ik-maak-het-je-goedbedoeld-moeilijk-en-help-je-helder-denken-gesprek veel effectiever. En dat is het gesprek dat je voert als je Socratisch werkt.
Dus kies zelf! Welk gesprek wil jij voeren?

