Met mijn eerste grote liefde heb ik altijd contact gehouden; onze eigenwijze en onderzoekende geesten genieten optimaal van elkaar zonder de complexiteit van de romantiek. Hij, een briljant celbioloog, zei laatst tijdens een van onze etentjes tegen me: “Dat socratisch werk van jou is eigenlijk precies hetzelfde als wat ik doe in het laboratorium! Je start met een onderzoeksvraag en vervolgens ga je die proberen te beantwoorden. Je toetst of je aannames kloppen. Je ontwikkelt tijdelijke theorietjes. Je kijkt zo objectief mogelijk naar de resultaten, en stelt continu je theorie bij. Je weet ook steeds beter wat je niet weet. En maakt op basis daarvan nieuwe onderzoeksvragen.” Rob kijkt mij aan alsof hij me voor het eerst ziet: “Lachen,” zegt-ie. “dat we toch meer op elkaar lijken dan we dachten.”
Door dit gesprek met Rob besefte ik dat je als socratisch coach jezelf transformeert tot het beste laboratorium dat je kunt zijn, zodat je coachees onderzoekers worden die levensveranderende ontdekkingen kunnen doen die ze nooit voor mogelijk hadden gehouden.
Liefdevol laboratorium
Ik stel me voor dat ik me transformeer tot het beste, veiligste en meest uitnodigende onderzoekslaboratorium dat er bestaat. Hoe zou ik eruit zien? Als lab heb ik stevige muren en vloeren, die een incidentele explosie rustig opvangen. Er is een goed luchtafzuigsysteem, waardoor de lucht continu gezuiverd wordt en frisse lucht naar binnen wordt geblazen. De werkbank en voorraadkast staan vlak naast elkaar, zodat de laboranten geen onnodige meters hoeven te lopen terwijl ze zich concentreren op hun experimenten. Ik voorzie mijn onderzoekers in een schat aan instrumenten, van centrifuges tot viscositeitsmeters, die de meest verbijsterende experimenten mogelijk maken.
Er wordt vaak gewerkt met ontvlambaar, onbekend en onconventioneel materiaal in mijn lab. Daar zijn deze laboranten bijzonder in geïnteresseerd. Er wordt gelachen, gehuild, gestoeid met een hardnekkig idee en onverwachte uitkomsten. Er klinkt regelmatig gejuich. Of omdat een experiment een helder antwoord heeft opgeleverd, of omdat ze tot de conclusie zijn gekomen dat de hele theorie overboord moet. Beide is vooruitgang. Het lab is zo’n nieuwsgierig makende ruimte, dat onderzoek als vanzelf plaatsvindt.
Mijn coachlab
Ik zou willen voorstellen dat het stevig gebouwde laboratorium de houding van de socratische coach is, de uitnodigende aanwezigheid die speciaal ontworpen en gebouwd is voor groei en ontwikkeling op het scherpst van de snede. De petrischalen en andere apparatuur zijn de vraagtechnieken van de socratische coach, die iedere onderzoek aan kunnen. Hoe spannend ook. De laboranten zijn de coachees, die in dit lab de kans krijgen om hun tijdelijke theorieën te toetsen, aan te passen, te verwerpen of te omarmen. De cellen, virussen en al het andere biologisch onderzoeksmateriaal zijn de overtuigingen, ideeën en gevoelens van de coachees die aan rigoureus onderzoek worden onderworpen.
Niet slaafs je leven leiden
Het socratisch coachgesprek is een plaats van zelfonderzoek, waar coachees stoppen met slaafs hun leven leiden onder invloed van hun niet-onderzochte overtuigingen. Het is de plek waar ze zichzelf spannende vragen gaan stellen, zoals bv.: “Moet ik om mijn vader rouwen als hij overlijdt?”, “Hoe krijg ik mijn inspiratie terug?” en “Waarom doe ik nooit wat ik me voorneem?”.
Het creëren van een verleidelijke én scherpe onderzoeksplek, waar je coachee vrijwillig binnenkomt en vervolgens de moed heeft zichzelf in alle eerlijkheid te onderzoeken, is het belangrijkste dat je als Socratisch coach te doen staat.

